De welvaartsjaren: 1950-1970

De Koude Oorlog

  • Na de Tweede Wereldoorlog was Europa verdeeld in een westerse en een Russische zone. De Amerikanen en Engelsen hadden al voor 1947 hun bezettingslegers samengevoegd en het grootste deel teruggetrokken. Maar de Russische leider Stalin en diens opvolger Chroesjtsjov voerden, om de nationale veiligheid te garanderen, een agressieve politiek om de door Rusland bevrijde landen om te vormen tot communistische satellietstaten. De politieke scheidingslijn dwars door Europa werd - voor het eerst door oud-premier Churchill - het IJzeren Gordijn genoemd.
  • Met steun van Moskou namen (soms kleine, plaatselijke) communistische partijen de regeringstouwtjes in handen. Verschillende keren greep het Rode Leger in bij democratisch verzet. In 1953 werden tanks ingezet tegen stakende Oost-Duitse arbeiders; resultaat: 800 doden. Meerdere landen werden omgevormd tot ware politiestaten, gecontroleerd door geheime diensten. De Hongaarse opstand in 1956 kostte aan mogelijk 20.000 Hongaren het leven; nog eens 200.000 vluchtten over de grens met Oostenrijk. In 1968 nog stonden tanks en vreedzame, ongewapende burgers tegenover elkaar in Praag. De gematigde socialistische regering werd gedwongen haar hervormingen ('Praagse Lente') weer ongedaan te maken.
  • De Koude Oorlog bepaalde voor tientallen jaren de buitenlandse politiek van de VS. Met lede ogen zag men aan hoe in China de communisten van Mao Zedong als overwinnaars uit de burgeroorlog tevoorschijn kwamen. Zij riepen in 1949 de Volksrepubliek China uit, die op één lijn stond met Moskou. Het Amerikaanse gevoel van veiligheid en superioriteit liep in 1949 een flinke deuk op, toen bekend werd dat ook de Sovjet-Unie ook over een atoombom beschikte. Onder leiding van senator McCarthy begon een overheidscommissie heksenjacht op ambtenaren die verdacht werden van communistische sympathieën. Duizenden Amerikanen moesten voor de commissie verschijnen, kwamen op een zwarte lijst en raakten hun baan kwijt.

Tussen 1950 en 1953 vochten Amerikaanse en VN-soldaten in de Korea-oorlog tegen het door de Sovjet-Unie gesteunde communistische noorden. De communistische dreiging bereikte een dieptepunt in 1961 met de Cuba-crisis. In Cuba, 150 km van de VS, waar Fidel Castro in 1959 een 'Marxistische' politiestaat had gevestigd, werden Russische raketinstallaties ontdekt. De crisis liep met een sisser af, dankzij een gevaarlijk diplomatiek schaakspel tussen de president Kennedy en Chroesjtsjov.

Vietnam, tot die tijd een Franse kolonie, werd in 1954 verdeeld in het communistische Noorden en het op het westen gerichte Zuiden. Amerika greep niet direct militair in, maar stuurde duizenden 'adviseurs'. Toen in 1965 Amerikaanse torpedobootjagers door Noord-Vietnam werden aangevallen, raakten de VS tegen hun zin betrokken in een hopeloze guerillaoorlog , die tienduizenden, vaak jonge dienstplichtigen (gemiddeld 19 jaar) het leven kostte. Dit leidde tot felle anti-oorlogsdemonstraties.

Terug