De welvaartsjaren: 1950-1970

Wederopbouw

  • De geallieerden wachtte in 1945 de taak om te zorgen dat het toekomstige Duitsland geen bedreiging meer zou vormen. Duitsland werd verdeeld in vier bezettingszones en kreeg voor 20 miljard dollar herstelbetalingen opgelegd. En dat terwijl fabrieken werden ontmanteld en machines met treinladingen tegelijk werden afgevoerd, met name naar Rusland. Engeland en de V.S. stuurden miljoenen tonnen graan en andere levensbehoeften om te voorkomen dat een deel van de Europeanen zou verhongeren.
  • Behalve het verwerken van persoonlijk leed (alleen Rusland al had 20 miljoen inwoners verloren) moest een begin worden gemaakt met het herstel van de verwoestingen die de oorlog had aangericht. In Polen lag eenderde van alle woningen in puin, in Frankrijk eenvijfde. De veestapel en de industriële productie was ten opzichte van 1938 gehalveerd en meer dan de helft van alle spoorwegen en bruggen was onbruikbaar. Het industriële herstel kwam in de eerste twee jaar na de oorlog dan ook nauwelijks op gang.

Het tekort aan voedsel, kleding en brandstof leidde overal tot inflatie, stakingen en een bloeiende zwarte markt. Regeringen probeerden de beschikbare middelen eerlijk te verdelen door geldzuiveringen en het rantsoeneren van levensbehoeften. Brood en vlees bijvoorbeeld waren alleen 'op de bon' verkrijgbaar, 100 gram per persoon per dag. Meteen werd een begin gemaakt met een stelsel van sociale voorzieningen, waarmee de ergste sociale problemen werden opgevangen.

Daarnaast had Europa ook nog te kampen met een vluchtelingenprobleem. Twaalf miljoen mensen zaten zonder huis of familie, of behoorden door het opnieuw vaststellen van de landsgrenzen ineens tot een etnische minderheid.

  • Heel anders was het in de Verenigde Staten. De Amerikaanse economie had in de oorlogsjaren op volle toeren gedraaid, en men zag de toekomst dan ook vol vertrouwen tegemoet. Met Amerikaanse know-how, geld en goederen kon de wereldeconomie weer aan de gang worden geholpen. In 1947 presenteerde minister van Buitenlandse Zaken George Marshall een plan om de economie weer vlot te trekken, het Europees Herstelprogramma . Dit Marshallplan bestond uit een reeks lange termijn-investeringen, óók voor Duitsland en de Sovjet-Unie. Deze laatste weigerde echter, uit vrees dat het kapitalistische Amerika de Europese politiek zou gaan beheersen. Omstreeks 1950 draaide de Europese economie weer grotendeels normaal. De grote motor achter dat herstel was Duitsland, waar zich een economisch wonder voltrok ( Wirtschaftswunder ). De met Marshallhulp opgebouwde industrie leverde producten die over de hele wereld geprezen werden om hun kwaliteit en gunstige prijs: auto's (met name Volkswagen), machines, elektronica en chemische producten.

Top

Terug