Holland in de Gouden Eeuw

De VOC en WIC

  • In 1595 voer Cornelis Houtman rond Kaap de Goede Hoop, het zuidelijkste punt van Afrika. Hij bereikte in het volgende jaar het eiland Java. De Portugezen kenden de weg naar het rijke oosten al langer. Zij brachten al enige jaren scheepsladingen met kruiden, specerijen, stoffen (fluweel) en sieraden naar het moederland. Nederlandse schepen haalden deze in Portugal op, om in de Republiek te verkopen. Maar nu kon Nederland zelf handelscontacten aanleggen en de winst opstrijken.
  • Spanje, dat Portugal in die tijd had bezet, zag met lede ogen aan hoe Nederland steeds rijker werd. Amsterdam groeide uit tot de grootste handelsstad van Europa, waar soms wel 3000 schepen op één dag lagen. Spanje verbood de handel met Indië, en regelmatig werden Hollandse handelsschepen door de Spanjaarden overvallen. Om zich tegen zeerovers te verdedigen en om zich niet door Indiërs tegen elkaar te laten uitspelen, werd in 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie opgericht. Deze handelsmaatschappij profiteerde van het geld en de kennis van rijke handelaren en scheepsbouwers die uit Zuid-Nederland (Antwerpen) naar het vrije noorden waren gevlucht. Men bouwde voor miljoenen guldens sterk bewapende schepen, die in vlootverband naar Indië, Zuid-Afrika, China en Japan zeilden. Alléén VOC-schepen mochten handel drijven met het verre oosten. Het bedrijf vergaarde kapitaal door aandelen uit te geven; daarmee werd het de eerste naamloze vennootschap in de geschiedenis. Aandeelhouders kregen een evenredig deel van de winst terug. Nieuwe instellingen als de Wisselbank en de Beurs droegen bij aan het commerciële succes.
  • In 1621 werd een tweede onderneming opgericht, de West Indische Compagnie. Die hield zich vooral bezig met het kapen van handelsschepen op de Atlantische Oceaan (de Zilvervloot!) en het veroveren van koloniaal gebied in Zuid-Amerika. De Antillen en Suriname zijn zo in Nederlands bezit gekomen. Vooral dankzij de VOC beleefde de vrije republiek Nederland tot in de 18e eeuw een tijd van grote economische en culturele bloei. In 1796 werd de VOC eigendom van de Staat en ging over in de Nederlandsche Handels Maatschappij, die tot in de twintigste eeuw de koloniale handel met Indonesië uitvoerde.

Top

Terug